Tegen het einde van het schooljaar kun je behoorlijk in de flow zitten. Heel veel is gepasseerd en gedaan. Je hebt wellicht heel mooie en intensieve momenten beleefd met je leerlingen. Examens zijn gedaan, toetsingen zijn afgerond, buitenschoolse activiteiten gedaan, je lesprogramma zit er bijna op. Rommelige, maar leuke weken waarin je al vast naar de zomer uitkijkt.
Het kan natuurlijk ook zijn dat jij vooral heel moe bent, en opgelucht dat het schooljaar voorbij is. En als je aan het nieuwe schooljaar denkt… spanning of zelfs gierende zenuwen. Tegenzin. De vraag: Kan ik het wel? Wíl ik het nog wel?
Als bij toverslag tóch zin krijgen in het nieuwe schooljaar- dat zou ik je wel willen geven, echt. Maar ja…. Gelukkig kan ik je wél tips geven waardoor je je mentaal steviger kunt voorbereiden.
Het werken met de WISH-methode kan jou helpen het negatieve van het afgelopen jaar een plek te geven en er een plan tegenover te stellen. Het helpt om alles even los te laten en een nieuw schooljaar met frisse moed te beginnen. Klik hier om naar het nieuwsbericht te gaan waar je de oefening kunt vinden of kijk in de bijlage!
Oefening 1
*Ga even rustig zitten. Doe je ogen dicht. Laat het eens op je af komen welke concrete situaties je in het afgelopen jaar echt NIET leuk vond en die je graag wilt gaan voorkomen.
*Doe je ogen weer open en schrijf de situaties één voor één op.
*Doe weer even je ogen dicht. Dagdroom: hoe zouden deze situaties er in de ideale wereld uit zien? Dus als het wél goed zou gaan.
*Schrijf nu tegenover iedere negatieve situatie, hoe ze er stuk voor stuk in de ideale wereld uitzien. Beschrijf ze eventueel vast als een wens. ( 'Ik zou graag willen dat').
Oefening 2: Je wensen in de praktijk brengen met de WISH-methode
*Neem de punten die je van negatieve situaties, naar jouw wensen hebt vertaald.
*Ga bij ieder punt de volgende vragen beantwoorden:
W= Wat is je wens? Wat wil je het liefste leren/veranderen het komende schooljaar? (maak het zo concreet mogelijk).
I= Inbeelden: Hoe ziet het eruit als je wens uitkomt?
S= Struikelblokken: Wat zou het lastig kunnen maken je wens te bereiken?
H= Handelen: Wat doe je als je deze struikelblokken eventueel tegenkomt?
Voorbeeld
Negatieve situatie
Bij het begin van de les stormen de leerlingen vaak zomaar langs me heen. Soms duwend, tegen mij aan botsend zelfs. Oortjes in.. De les start op die manier heel chaotisch.
Ideaal/wens:
De leerlingen komen rustig binnen en zien mij, ik zie hen, we groeten elkaar.
W= Wat is je wens? Wat wil je het liefste leren/veranderen het komende schooljaar? (maak het zo concreet mogelijk).
Ik wil graag dat mijn leerlingen rustig het lokaal binnen komen aan het begin van de les en dat we contact met elkaar maken
I= Inbeelden: Hoe ziet het eruit als je je doel hebt behaald?
Ik sta bij de deur. De leerlingen komen één voor één binnen, ik kijk iedere leerling even aan, we zeggen elkaar gedag.
S= Struikelblokken: Wat zou het lastig kunnen maken je wens te bereiken?
Als de leerlingen buiten het lokaal heel druk zijn. Als ze met oortjes in lopen. Als ze geen zin in de les hebben. Als ik geen contact met ze kan krijgen
H= Handelen: Wat doe je als je deze struikelblokken eventueel tegenkomt?
Ik ga eerst in de deuropening staan zo dat ze nog niet langs me heen kunnen. Bij de allereerste les geef ik aan hoe ik wil dat ze binnen komen (oortjes uit, één voor één, even groeten). En dan laat ik ze er 1 voor 1 in. We kijken elkaar aan en groeten elkaar.
Reactie plaatsen
Reacties